Copyright ChangeInc
Paris Proof bouwen is sowieso al een opgave, maar bij hoogbouw is dat zéker het geval. Hoe zorgen we er toch voor dat hoogbouwprojecten in de toekomst ook aan de afspraken van het Parijse Klimaatakkoord voldoen?
Nieuwe gebouwen in Nederland moeten momenteel voldoen aan de BENG-eisen (Bijna Energie Neutrale Gebouwen). Dit betekent dat ze energiezuinig zijn, maar nog niet energieneutraal. De stip op de horizon is een stuk ambitieuzer dan dat. In de toekomst moeten gebouwen voldoen aan het Klimaatakkoord van Parijs. Paris Proof dus, wat betekent dat nieuwbouw op geen enkele manier mag bijdragen aan klimaatverandering.
CO2-neutrale nieuwbouw
In het Klimaatakkoord van Parijs zijn allerlei gedetailleerde richtlijnen te vinden. Die zetten precies uiteen waar verschillende gebouwen aan moeten voldoen om het akkoord na te leven. Voor bestaande bouw betekent Paris Proof bijvoorbeeld dat de energieprestaties grondig worden verbeterd.
Bij nieuwbouwprojecten is het wat lastiger, omdat de eisen een stuk strenger zijn. Nieuwe gebouwen mogen straks op geen enkele manier meer bijdragen aan klimaatverandering. Met andere woorden: ze moeten werkelijk energieneutraal (WENG) zijn. Dat is een uitdaging, maar klanten vragen er wel steeds vaker naar. “Bij laagbouwprojecten krijgen we dat al wel voor elkaar. Maar veel projecten van
Tekst gaat verder onder het kader.
Wat betekent Paris Proof bouwen?
Een gebouw is Paris Proof als de operationele en de embodied emissies van het gebouw aan de richtlijnen van het Parijse Klimaatakkoord voldoen. Het operationele gedeelte gaat over de emissies die een gebouw tijdens de levensduur uitstoot. Van gebouwgebonden energieverbruik, zoals verwarming, koeling, ventilatie en verlichting, tot het gebruiksgebonden energiegebruik, zoals laptops en koffiezetapparaten. De embodied emissies zitten in de materialen waar het gebouw van is gemaakt.
Het probleem van hoogbouw
Wat maakt het zo lastig om met Paris Proof de hoogte in te gaan? En hoe krijg je dat tóch voor elkaar?
“Een dak vol zonnepanelen is dus verre van voldoende om het energieverbruik van bijvoorbeeld een kantoortoren te dekken”, vervolgt hij. “Je hebt dan ook andere en extremere maatregelen nodig om op Paris Proof uit te komen.”
De sleutelrol van de architect
Een Paris Proof hoogbouwproject begint daarom al op de tekentafel. “Er moeten bij de eerste ontwerpschetsen al bepaalde keuzes gemaakt worden, anders wordt Paris Proof bouwen meteen al een lastig verhaal”, zegt Goossens. Met name een efficiënt gebouwontwerp is een absolute must. Het schoolvoorbeeld daarvan is een kubusvormig gebouw. Een kubusvormig gebouw heeft namelijk veel minder geveloppervlak (lees: de muren, ramen en het dak van het gebouw), waar energie in de vorm van warmte en koeling uit kan ‘lekken’. Bij een vergelijkbaar gebouw maar dan met een L- of U-vorm stijgt het geveloppervlak fors, waardoor er meer energie ‘ontsnapt’ en het totale energiegebruik van het gebouw dus veel hoger uitvalt.
“Voor een gebouw dat aan de BENG-normen moet voldoen, kunnen we dat verschil in energieverlies wel rechttrekken met installatietechnische oplossingen”, zegt Goossens. “Maar voor een Paris Proof-gebouw is dat geen optie. Dan móét het gebouw over een efficiënte en compacte vorm beschikken, anders gaat het simpelweg niet lukken.”
Zonnepanelen op de gevel
Maar zelfs met een efficiënte bouwvorm moeten er nog allerlei maatregelen worden getroffen om op Paris Proof uit te komen. Gek genoeg valt betere isolatie daar niet onder. “De isolatie van nieuwbouw, compleet met zonwerend HR+++ beglazing, is tegenwoordig al erg goed, daar is weinig ruimte voor verbetering”, verklaart Goossens. “Het verder verbeteren van de isolatie levert je misschien een procentje verbetering op ten opzichte
Wat maakt dan wel impact? Om te beginnen zijn zo veel mogelijk zonnepanelen op de oost-, west- en zuidgevel onmisbaar. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan, zegt Goossens: “Ten eerste hebben zonnepanelen op de gevel momenteel nog een behoorlijk prijskaartje. Als een opdrachtgever vooral op zoek is naar een zo goedkoop mogelijk gebouw, is het dus al snel geen optie meer.” Daarnaast is het beschikbare geveloppervlak vaak beperkt. Ook daar speelt de architect weer een belangrijke rol, stelt Goossens. Want hoe kleiner het raamoppervlak, hoe meer ruimte er is voor zonnepanelen.
Glazen dozen zijn verleden tijd
Benieuwd naar alle maatregelen die
Het kan, maar…
Uit de whitepaper van
Maar als alle neuzen dezelfde kant op staan, ís het mogelijk. En dat is maar goed ook, besluit Goossens: “Uiteindelijk moet de volledige gebouwde omgeving aan de richtlijnen van het Klimaatakkoord van Parijs voldoen. Dus ook hoogbouw moet eraan geloven.”
© The Content Exchange, source